Dag allemaal,
Voor de mama’s en papa’s thuis hier een zicht op de afspraken (die ook in de agenda te volgen zijn) en tips die de kinderen in de klas te horen krijgen.
Vorige week kregen de kinderen de kans om elke dag de belangrijkste woordjes van een les te leren.
Vanaf deze week kunnen de kinderen dagelijks één lesje per dag leren en tijd maken om de geleerde lesjes te herhalen.
Maandag: les 1 + woordjes herhalen
Dinsdag: les 2 + les 1 herhalen en woordjes herhalen
Woensdag: les 3 + les 1, 2 en woordjes herhalen
Donderdag: les 4 + les 1, 2, 3 en woordjes herhalen
Vrijdag: ‘We herhalen’ + oefentoets
Dinsdag: les 2 + les 1 herhalen en woordjes herhalen
Woensdag: les 3 + les 1, 2 en woordjes herhalen
Donderdag: les 4 + les 1, 2, 3 en woordjes herhalen
Vrijdag: ‘We herhalen’ + oefentoets
è Oefentoets
è Bovenaan in grijze balk ‘leerjaar 3’ aanklikken
è Focusthema aanklikken
‘Hoe leer je WO?’
De woordenlijst die de kinderen meekrijgen moeten ze vanbuiten leren. (Apart blad.)
Achteraan in het werkboek kan je het onderdeel ‘we herhalen’ terugvinden.
(Werkkatern 3 – p15 en 16)
Onder elke titel zie je ‘bronnenboek’ en ‘werkkatern’ staan.
Achter deze woordjes staan gekleurde bolletjes.
De bolletjes die oranje zijn, geven aan dat de kinderen dat onderdeeltje van de les moeten weten/kennen.
De bolletjes die groen zijn, geven aan dat de kinderen dat onderdeeltje van de les moeten begrijpen en dus niet vanbuiten moeten kennen.
In het werkboek kleuren wij voor elke opdracht steeds de ‘opdrachtenbolletjes’ in.
Dit gaat natuurlijk niet in het bronnenboek. Hiervoor moet je wel even terugkijken in het werkboek.
Achteraan in het werkboek kan je het onderdeel ‘we herhalen’ terugvinden.
(Werkkatern 3 – p15 en 16)
Onder elke titel zie je ‘bronnenboek’ en ‘werkkatern’ staan.
Achter deze woordjes staan gekleurde bolletjes.
De bolletjes die oranje zijn, geven aan dat de kinderen dat onderdeeltje van de les moeten weten/kennen.
De bolletjes die groen zijn, geven aan dat de kinderen dat onderdeeltje van de les moeten begrijpen en dus niet vanbuiten moeten kennen.
In het werkboek kleuren wij voor elke opdracht steeds de ‘opdrachtenbolletjes’ in.
Dit gaat natuurlijk niet in het bronnenboek. Hiervoor moet je wel even terugkijken in het werkboek.
Wanneer de kinderen alles hebben geleerd, kunnen ze de oefentoets maken. Deze opdrachten lopen gelijk met de vragen in de toets. (We bekijken deze ook altijd in de klas.) Wat hier fijn is, is dat er zelfcorrectie is en dat er tips worden meegegeven.